Walter DE RUYCK
Nazareth, Belgium
Nazareth – Nazareth is een Oost-Vlaamse gemeente met nog een deelgemeente, Eke, en waarschijnlijk genoemd naar de gelijknamige Bijbelse plaats. Het is een economisch centrum dat zijn landelijk karakter niet verloren heeft. Onze gastheer is Walter De Ruyck (62), afkomstig van Kruishoutem, in 1983 verhuisd naar Nazareth en nu Algemeen Kampioen O.V.V. Interprovinciaal 2021. Als we Walter mogen geloven is Nazareth nu en in het verleden steeds een echt duivennest geweest.
Walter zijn ouders hadden een zelfstandige zaak en na schooltijd werd Walter opgevangen door Emiel Debaerdemaeker, Kruishoutem en deze man was een goede snelheidsspeler. Een verloren duif die niet opgehaald werd kreeg Walter. Hij nam die mee naar huis en zette die duif in een kleine volière. Het moet gezegd dat moeder geen liefhebber van duiven was. Walter ging op internaat maar toen hij thuiskwam was deze duif verdwenen.
Maar hij was al door de duivenmicrobe besmet en hij ging de melkers bezoeken die in het weekend met duiven speelden en ging per fiets de aankomsttijden doorgeven aan andere melkers. Mobiele telefoons bestonden toen nog niet.
Vanaf zijn achttiende ging hij zelfstandig met duiven spelen. Maar de man die de afstanden berekende kwam aan huis maar werd door moeder weggezonden. Het jaar nadien kwam de man van de coördinaten terug toen moeder niet thuis was en alles werd netjes geregeld. Bovenop de veldschuur werd een duivenhok getimmerd met wat houtafval en Walter is daar gestart met duiven van de markt. Het was in ieder geval een vlotte start want op zijn eerste wedstrijd won hij de
1e prijs. Maar tegenslag lag op de loer, want op de tweede vlucht had hij zijn duiven geconstateerd op een constateur die stilstond. Het enthousiasme was na die pechdag wat getemperd maar hij kreeg zijn geld terug en verder is het goed gegaan met zijn duiven. Ook heeft Walter vijftien jaar de constateurs “gelicht” in het lokaal De Vlaamse Zonen te Kruishoutem.
In de jaren 1976-1977 kwam Walter in contact met Oscar Verstichel, Nazareth en die heeft hem de knepen van het vak geleerd. Walter deed verder met duiven van Jan en Alleman en in de jaren 1998-1999 kon hij bijna geen prijs meer spelen.
De kentering kwam er toen hij Alois Ghyselinck, Nazareth leerde kennen. Toen Alois in 2001 ging stoppen heeft Walter daar de beste weduwnaars gekocht. Andere inbreng kwam er van Lucien Marysse, Kruishoutem waar er 10 late jongen gekocht werden. De combinatie van duiven van Lucien Marysse en Alois Ghyselinck was een schot in de roos. Er was ook nog een inbreng van het hok José en Stijn Van Laere, Kruishoutem. Er werden ook nog duiven ingebracht van Eric Claus, De Pinte; Thierry De Keyser, Vosselare; Gevaert-Lannoo, Deinze en John en Els Saverwyns, Lovendegem.
Inkorven zonder duivin
Walter kwam aan de start van het seizoen met 40 weduwnaars, 15 duivinnen en 80 jonge duiven. De 10 beste weduwnaars worden gekoppeld met de 10 beste duivinnen en de eieren worden verlegd bij stopkoppels. De rest van de weduwnaars wordt niet gekoppeld. Eind maart komen alle weduwnaars 5 dagen samen met hun duivin en dan wordt er opgeleerd. De weduwnaars worden verduisterd van half maart tot half april.
Bij het opleren worden de weduwnaars in 4 etappes tot 25 km weggevoerd. Daarna worden ze nog driemaal weggevoerd tot Pecq (45 km). Daarna gaan ze direct de mand in voor Clermont (197 km). Dan gaat het naar Sermaises en vervolgens wekelijks de grote halve fond.
Tot half mei trainen de weduwnaars 1 x daags in de namiddag. Vanaf half mei wordt er tweemaal daags getraind. ’s Morgens wordt er 45 minuten getraind en ‘s avonds een vol uur. In het begin van het seizoen is het een verplichte oefenbeurt maar verder in het seizoen worden de teugels wat gevierd.
Het seizoen 2021 was het eerste jaar dat de weduwnaars ingekorfd werden zonder schotel en zonder duivin. Achteraf bekeken was er geen verschil met voorgaande jaren. Na aankomst van een wedstrijd blijven doffers en duivinnen een paar uur samen en soms ook tot de volgende morgen. Bij de weduwnaars wordt er niet gezocht naar extra motivatie. Uit de beste weduwnaars worden er late jongen gekweekt en dat is volgens Walter de beste investering voor het kweekhok.
De 15 duivinnen werden einde maart gekoppeld en hebben 1 jong groot getrokken en gingen daarna op het weduwschap. De duivinnen worden samen opgeleerd met de doffers. In het begin worden ze gelost met 10 minuten verschil maar vanaf Pecq worden ze samen gelost met de doffers. Dat moeten ze leren voor wanneer ze samen thuiskomen van een wedstrijd tijdens het seizoen.
De duivinnen trainen ’s avonds na de weduwnaars maar ze trainen niet zo lang. Bij de inkorving krijgen de duivinnen hun doffer met de nestschotel. Half juli komen de duivinnen samen met hun doffers om op een nestje gespeeld te worden op de grote halve fond.
Tijdens de week zitten de duivinnen in de volière tot aan de training. Het gebeurt dat de duivinnen onderling gaan paren. Dat is voor Walter geen probleem. Hij had ooit twee duivinnen die met elkaar aanspanden. De duivinnen kregen eieren en ten gepaste tijde kregen ze jongen ondergestoken. Het was het beste koppel dat er bij mij ooit gevlogen heeft zegt Walter. De duivinnen mogen eigenlijk hun goesting doen. Ook zij worden gespeeld op de grote halve fond en gaan wekelijks de mand in. Wanneer er in het weekend een wedstrijd was aan minder dan 1300 meter dan krijgen ze een week rust. Zowel doffers als duivinnen presteren goed op de grote halve fond.
Één vroege ronde jongen
De jongen worden gekweekt uit de 10 beste weduwnaars en de beste duivinnen en van 10 koppels van de kwekers worden de eieren verlegd onder stopkoppels. Samen met de jongen van de gewone kweekduiven komt Walter aan 80 jonge duiven in feite allemaal in één vroege ronde. De jongen worden gespeend aan de ouderdom van 23 tot 25 dagen.
De jonge bende wordt verduisterd van einde maart tot 21 juni van 18 u tot ’s morgens 9 u. Nadien wordt er niet meer bijgelicht.
Bij het opleren gaan de jongen in 6 etappes van 5 km tot 25 km. Ook zij vliegen daarna nog driemaal Pecq. Eens opgeleerd worden ze tussendoor niet meer weggevoerd. Na twee wedstrijden uit Clermont wordt de schuifdeur ingevoerd. De partners blijven 1 u samen en gaan daarna de mand in. Er komen geen kartonnen dozen of wegkruipbakjes op het hok en de jongen krijgen alleen enkele nestschotels op het hok. Belangrijk is dat er discipline is onder de jonge duiven.
Bij aankomst van een wedstrijd krijgen jong en oud volle bak sportmengeling. Walter mengt 4 verschillen merken van sportmengelingen onder elkaar om zo de grootst mogelijke variatie te krijgen in de voeding. In het drinken is er Belgasol van Belgica-de Weerd.
Op maandag en dinsdag wordt er “Mariman Light” gevoederd. Op woensdag wordt het dan 50% Mariman Light + 50% sportmengeling. Op donderdag is het 100% sportmengeling maar de duiven moeten alles op eten.
Verder krijgen de duiven dagelijks grit en piksteen en vitamineral “All-in One” van Versele. In het drinken gaat er in de loop van de week enkele keren Probac 1000.
Medische begeleiding
Voor aanvang van het seizoen gaat Walter met zijn duiven op controle bij de dierenarts. Voor de vroege kweek werd er 5 dagen behandeld tegen trichomonas. De oude duiven worden niet dikwijls behandeld tegen tricho. Bij de inkorving krijgen de duiven de “gele druppels” in de bek toegediend. Na aankomst van een wedstrijd werd er ook enkele keren “B.S.” van Belgica-de Weerd verstrekt.
Tegen luchtweginfecties wordt er bijna nooit behandeld. De duiven zitten heel veel in de volière en doen daar natuurlijke weerstand op. Er werd 1 x ingeënt tegen paramyxo met het klassiek vaccin. Alle duiven worden ingeënt tegen paratyfus maar zonder behandeling vooraf met medicijnen.
Adeno is een jaarlijks weerkerend probleem. De duiven krijgen dan minder eten met elektrolyten in het drinken en ze komen ook niet los.
Afgeschermde verluchting
Er wordt op 18 m hokken gespeeld. Acht meter voor de weduwnaars onderverdeeld in 3 compartimenten, vier meter voor de duivinnen en zes meter voor de jonge duiven.
De ventilatie gebeurt via een verluchtingsstrook van 80 cm in het plafond en en ook 80 cm vooraan in de wand van het hok. Beide verluchtingsstroken zijn afgeschermd zodat de duiven niet rechtstreeks in de tocht zitten.
Er staan volières voor alle hokken. De duiven zitten ganse dagen in de volières met uitzondering bij heel warm weer. Dan kunnen ze kiezen in de volière of op het hok. Het zijn geen geïsoleerde hokken die tweemaal daags gereinigd worden door Walter samen met vrouw Juliet.
Er staat een grote kuis gepland voor en na het seizoen. Er zit redelijk veel glas in de voorwand van de hokken. De duiven zitten allemaal op een plankenvloer. Op de hokken is er altijd muziek te horen en dat is goed voor melker en duiven.
Vrije koppeling
De kwekers worden tussen 22 en 25 december gekoppeld. Aan familiekweek wordt niet gedaan. Nieuwkomers op het kweekhok krijgen 2 à 3 jaar de kans om zich te bewijzen. Walter haalt regelmatig duiven bij maar wel een beperkt aantal.
Het is een vrije koppeling. Twintig doffers en 23 duivinnen komen samen op het hok en kunnen vrij een partner kiezen. Na een uur gaat Walter kijken hoe de zaken staan en de partners die samen in een bak zitten worden opgesloten. Wie niet wil paren gaat de volgende dag van het hok en er komen andere duivinnen aan de beurt.
De stam wordt gevormd door duiven van Ghyselinck x Marysse x Van Laere x Claus. Tien dagen voor de echte koppeling wordt er twee dagen voor gekoppeld. Tijdens de kweek krijgen de kwekers geen extra licht.
Selectie
De norm bij de selectie is de prijzen per 10-tal maar uiteraard nog liever kopprijzen. Het model speelt geen rol bij de selectie want de mand is de selectieheer bij oude en jonge duiven.
Een goed kweekpaar
Een goed kweekpaar in Nazareth is B08/4072714 “De Rosse” (1e prov. Chateauroux) x B11/4276870 ”Blauw Crayonné”. Vijftig procent van alle duiven van de kolonie De Ruyck is verwant aan dit koppel. Zij werden o.a. de ouders van:
Een paar goede duiven